Hooggevoelig, ADHD of ASS: hetzelfde gedrag, een andere oorzaak
- Vera Donkerbroek
- 12 minutes ago
- 3 min read

Als een kind druk, snel afgeleid, impulsief reageert en moeite heeft met plannen of veranderingen, denkt de omgeving al snel: “Zou dit kind ADHD hebben?”, of: “Zit er iets in de richting van autisme?”.
Maar wat als het kind in kwestie eigenlijk gewoon… hooggevoelig is?
In haar boek Hoogsensitieve kinderen legt Esther Bergsma (expert op het gebied van hoogsensitiviteit) uit dat het gedrag van hoogsensitieve kinderen tijdens overprikkeling veel kan lijken op het gedrag wat kinderen met ADHD- of ASS laten zien. En dat zorgt regelmatig voor verwarring, zowel bij ouders als bij leerkrachten en hulpverleners.
ADHD of overprikkeling?
Hoogsensitieve kinderen kunnen behoorlijk druk zijn, vooral als ze overprikkeld zijn. Dat drukke gedrag is dan een uiting van innerlijke onrust, waarbij hun emmertje overloopt. Als eenmaal het emmertje weer leeg is en ze tot rust zijn gekomen, keert de kalmte terug. Bij ADHD is die hyperactiviteit vaak constant, sterker aanwezig en niet altijd afhankelijk van prikkels.
Ook de concentratieproblemen bij deze groepen kinderen verschillen. Een kind met ADHD heeft in bijna elke situatie moeite om de aandacht erbij te houden. Bij hoogsensitieve kinderen ligt dat anders. Hun hoofd zit vaak nog vol met eerder binnengekomen informatie. Ze zijn aan het verwerken, en daardoor missen ze soms nieuwe input. Maar in een rustige, veilige omgeving kunnen ze zich wél heel goed concentreren.
En dan is er nog impulsiviteit. Kinderen met ADHD doen vaak eerst en denken daarna pas na. Ze vallen anderen soms in de rede, dringen voor of verstoren de les. Bij hoogsensitieve kinderen lijkt hun gedrag soms impulsief, maar meestal komt het voort uit enthousiasme, overprikkeling of motivatie. Anders dan bij ADHD denken ze vooraf vaak goed na en nemen ze geen ondoordachte risico’s.
Prikkelgevoelig bij ADHD en hooggevoeligheid
Zowel bij kinderen met ADHD als bij hoogsensitieve kinderen komt informatie ongefilterd binnen. Het verschil zit in wat erna gebeurt. Hoogsensitieve kinderen verwerken prikkels diepgaand en betekenisvol. Ze voelen intens, denken veel na en verbinden alles met eerdere ervaringen. Dat kost veel tijd en energie, waardoor ze sneller overprikkeld raken.
Kinderen met ADHD verwerken prikkels minder diep, maar raken juist overspoeld doordat alles tegelijk en zonder ordening binnenkomt. De overprikkeling komt daar vooral door de hoeveelheid en snelheid, niet door de intensiteit of emotionele lading. De oorzaak en beleving zijn dus verschillend, ook al ziet het gedrag er soms hetzelfde uit.
Het lastige is dat gedrag meestal de basis vormt van een diagnose. Terwijl gedrag zonder context weinig zegt. Bergsma wijst erop dat bij 70% van de basisschoolkinderen van wie wordt gedacht dat ze ADHD hebben, sprake is van overprikkeling. Die overprikkeling kan verschillende oorzaken hebben – bijvoorbeeld een prikkelverwerkingssysteem dat anders werkt, zoals bij ADHD, of een gevoeliger zenuwstelsel, zoals bij hoogsensitiviteit. Het gedrag kan er hetzelfde uitzien, maar vraagt om een andere benadering.
ASS of intense verwerking?
Dan is er nog het onderscheid met autisme (ASS). Ook hier zijn er overlappingen in gedrag, maar de bron is anders.
Een belangrijk verschil is dat kinderen met ASS vaak moeite hebben om het grote geheel te overzien. Alles komt binnen als losse puzzelstukjes. Hoogsensitieve kinderen daarentegen zijn juist sterk in het leggen van verbanden. Ze willen het hele plaatje snappen en nemen daar soms extra tijd voor. Niet omdat ze het niet begrijpen, maar juist omdat ze alles willen doorgronden.
Veranderingen kunnen bij beide groepen lastig zijn. Bij ASS komt dat vaak door angst voor het onbekende of het verlies van overzicht. Bij hoogsensitieve kinderen is de uitdaging vooral dat nieuwe informatie verwerkt moet worden. Met wat voorbereiding en ondersteuning lukt dat meestal wel.
Ook op sociaal vlak zijn er verschillen. Waar kinderen met ASS moeite hebben met het aanvoelen van emoties en lichaamstaal, zijn hoogsensitieve kinderen daar vaak juist erg sterk in. Soms zó sterk dat ze gevoelens van anderen overnemen. Toch trekken deze kinderen zich soms terug of spelen ze alleen. Niet omdat ze niet sociaal zijn, maar omdat ze bijvoorbeeld worden buitengesloten, overprikkeld zijn of geen aansluiting vinden. En ook dat gedrag kan – voor een buitenstaander – lijken op autisme.
De belangrijkste vraag die je jezelf als ouder of leerkracht kunt stellen is dan ook: “Kan dit kind zich inleven in anderen?” Als het antwoord “ja” is, dan is autisme hoogstwaarschijnlijk niet aan de orde.
Tot slot: kijk verder dan het gedrag
Labelen is verleidelijk. We willen graag weten waar we aan toe zijn. Maar als we alleen naar het gedrag kijken, zonder de onderliggende oorzaken te onderzoeken, kunnen we zomaar de plank misslaan. Zeker bij kinderen die intens, gevoelig en krachtig zijn.
Laten we allemaal nieuwsgierig blijven. En vooral goed blijven kijken naar wat een kind ons wil vertellen.
Comments